Zeven op de tien Nederlanders die minder gingen werken keken niet naar pensioen

Zeven op de tien Nederlanders die recent minder zijn gaan werken, onderzochten niet welke gevolgen dit heeft voor hun pensioenopbouw. De focus ligt vaak op het ‘nu’ kunnen blijven rondkomen, in plaats van na pensionering. Deze focus blijkt ook uit de omgang met pensioenzaken tussen partners. Dit blijkt uit het onderzoek dat I&O Research uitvoerde in opdracht van platform Wijzer in geldzaken in het kader van de 13e editie van de landelijke Pensioen3Daagse op 7,8 en 9 november 2023.
07 november 2023 | Melle Conradie & Daphne Martens

Gevolgen voor pensioen weinig meegenomen in afweging minder te gaan werken

Als iemand minder werkt of gaat werken, heeft dat niet alleen invloed op iemands inkomen nu, maar ook op het inkomen na pensionering. Niet iedereen houdt daar rekening mee: driekwart (73%) neemt pensioenopbouw niet mee in de afweging om minder (te gaan) werken.
Daarnaast hebben zeven op de tien Nederlanders (69%) die recent minder zijn gaan werken niet uitgezocht wat dit betekent voor hun pensioenopbouw. Acht op de tien Nederlanders (82%) die de gevolgen voor pensioen wel checkten toen ze minder gingen werken, hebben vervolgens geen actie ondernomen.
Dit blijkt uit het onderzoek dat I&O Research uitvoerde in opdracht van platform Wijzer in Geldzaken onder 1.614 werkenden (minimaal 12 uur per week) tussen de 30 en 67 jaar.

Figuur 1 – Wat waren de drie meest belangrijke afwegingen bij de keuze om minder te gaan werken? (basis: alle respondenten die afgelopen 5 jaar minder zijn gaan werken, n=338)

Driekwart verwacht er wel uit te komen als ze uit elkaar gaan

Van de mensen met een partner geeft de meerderheid aan dat de inkomstenverdeling met zijn of haar partner niet gelijk is: tussen drie op de tien partners verschillen de inkomens enigszins (28%) en bij 56 procent aanzienlijk. Negen op de tien koppels zonder officieel partnerschap zoals een huwelijk of geregistreerd partnerschap (93%) regelen niets met betrekking tot financiën en pensioen in het geval ze uit elkaar gaan. Een derde van deze groep (36%) geeft aan dat ze dat van plan zijn wanneer ze er de tijd voor hebben (36%). Bovendien verwacht driekwart (75%) er wel uit te komen, mochten ze uit elkaar gaan.

Figuur 2 – Ik verwacht dat we er wel uitkomen en het netjes regelen mochten wij ooit uit elkaar gaan. (basis: respondenten met partner, n=194)

Nederlanders praten het meeste over pensioen met partner

Hoewel acht op de tien Nederlanders (83%) het huidige inkomen van hun partner kennen, weten half zoveel mensen (42%) hoeveel pensioen hun partner heeft opgebouwd. Jongere generaties zijn (nog) minder geneigd om deze informatie te delen dan ouderen.
Nederlanders praten het meeste over pensioen met hun partner (64%), gevolgd door vrienden (37%). Een zesde (15%) praat met niemand over pensioen.

Figuur 3 – Met wie praat u wel eens over pensioen? (n=1.566)

Mensen zijn meer geneigd om te praten over pensioen in het algemeen en het eerder stoppen met werken, dan over de persoonlijke financiële situatie na pensionering. De meest genoemde reden voor het niet praten over het pensioen is dat het nog te ver weg lijkt (61%). Daarnaast vinden vier op de tien (40%) het onderwerp geen interessant gespreksonderwerp. In vergelijking met leeftijdsgenoten denken vier op de tien goed te presteren op het gebied van pensioenopbouw (38%).

Nu of later?

Wanneer Nederlanders moeten kiezen tussen ‘nu meer geld’ of ‘na de pensionering meer geld’, kiezen ze eerder voor het hier en nu. Hetzelfde patroon zien we – zij in het in mindere mate – als het gaat om beschikbare vrije tijd.
Zeven op de tien werkenden (70%) willen liever nu meer geld te besteden hebben dan na hun pensionering. Zes op de tien (60%) willen het liefste nu meer tijd door minder te werken dan eerder met pensioen (57%).

Figuur 4 – Als u een keuze zou moeten maken, wat heeft dan uw voorkeur? (n=1.566)

Verantwoording

In de aanloop naar de Pensioen3Daagse voerde I&O Research in opdracht van Wijzer in geldzaken een onderzoek uit onder de werkzame Nederlandse beroepsbevolking (werkt meer dan 12 uur per week) tussen de 30 en 67 jaar. Aan dit onderzoek deden in totaal 1.614 personen uit het I&O Research Panel mee. Van deze personen komen er 1.566 uit een representatieve steekproef en 48 uit een extra geworven groep die de afgelopen vijf jaar minder zijn gaan werken en/of in deeltijd werken. De resultaten binnen de representatieve groep zijn gewogen op kenmerken geslacht, leeftijd en opleiding.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Melle Conradie

Senior onderzoeker

afbeelding

Daphne Martens

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.